
Wet gewetensbezwaren militaire dienst
Artikel 32
1
Geen straf wordt opgelegd of het voorwaardelijke karakter van een opgelegde straf herroepen dan nadat de tewerkgestelde in de gelegenheid is gesteld zich schriftelijk binnen zes maal vierentwintig uur te verantwoorden. Bij de uitnodiging zich te verantwoorden worden afschriften van de op de zaak betrekking hebbende stukken meegezonden, tenzij het belang van geheimhouding van gegevens of het belang van derden zich daartegen verzet.
2
De tewerkgestelde die zich overeenkomstig het eerste lid heeft verantwoord wordt op zijn verzoek in de gelegenheid gesteld ten overstaan van de strafoplegger dan wel een door deze aangewezen andere persoon een nadere mondelinge toelichting op zijn verantwoording te geven.
3
De strafoplegging of herroeping geschiedt schriftelijk en is met redenen omkleed.
4
De gestrafte ontvangt van de strafoplegging of herroeping onverwijld bericht door toezending of uitreiking van het daartoe strekkende besluit. Daarbij wordt hem medegedeeld binnen welke termijn en bij welke instantie hij beroep kan instellen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.